De Gezworen Meente
16e eeuw
De gezworen meente treedt op als vertegenwoordigster van de Groninger burgerij. Het orgaan bestaat uit vierentwintig leden dat zichzelf aanvult uit vooraanstaande kringen van de burgerij. Hiertoe worden vooral de grote kooplieden gerekend, die handel drijven in vee (in het bijzonder paarden en ossen), spek, boter en kaas (de zogenaamde 'vette waren'), laken en andere goederen. Net zoals de raad zelf wordt de gezworen meente jaarlijks voor de helft vernieuwd. De keurdag van de gezworen meente valt volgens traditie op 15 februari, de achtste dag voor het aanbreken van het nieuwe bestuursjaar (de feestdag van Sint Petrus' Stoel, 22 februari). Op de traditionele 'raadskeurdag' (8 februari) worden vijf gezworenen door het lot aangewezen om als 'keurheren' de tien (later acht) personen te kiezen, die de vrijgekomen raadszetels moeten innemen.
Het komt herhaaldelijk voor dat nieuwe raadsleden enige jaren lang zitting hebben gehad in de gezworen meente. Daarom noemt Ubbo Emmius dit lichaam het seminarium (de kweekvijver) van de raad. De kandidaten voor de raadszetels behoren tot de rijkste en aanzienlijkste geslachten in de stad. Ofschoon deze met elkaar een soort aparte kaste vormen is deze 'senatoriale' kring toch niet geheel gesloten. Ook buitenstaanders kunnen, mits ze voldoende rijkdom en status bezitten, betrekkelijk snel carrière maken.
Wat zijn werkzaamheden betreft is niet de raad, maar de gezworen meente het college dat het meest te vergelijken is met de huidige gemeenteraad. In alle gevallen waarin beslissingen genomen moeten worden die afwijken van de vertrouwde lijn en mogelijk vèrstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de stad als geheel, leggen burgemeesters en raad de zaak voor aan de gezworen meente. Maar ook in zaken die ons wat simpeler voorkomen, wordt eerst door de gezworenen een 'principebesluit' genomen, waarna burgemeesters en raad de uitwerking ervan voor hun rekening nemen. Zo besluit de gezworen meente op 2 november 1582 de wachtdienst bij de stadspoorten te verscherpen, waarna burgemeesters en raad op 5 november de details van de nieuwe ordonnantie vaststellen.
Om advies uit te brengen aan de raad hoeft de gezworen meente niet altijd voltallig naar het raadhuis te komen. In vele gevallen is het voldoende dat haar woordvoerders (de zogenaamde 'taalmannen') aan het overleg deelnemen. De mededeling van Ubbo Emmius dat de gezworen meente geen deel heeft aan het imperium of de jurisdictio (rechtsmacht), kan ertoe hebben bijgedragen dat de rol van de gezworen meente in de bestuurlijke constellatie van de Groningse staat tot dusver is onderschat en dat zij voornamelijk wordt beschouwd als een kiescollege.
Verder lezen:
De samenstelling van het stadsbestuur van Groningen in de 15e eeuw.
Burgemeesters en Raad in de 16e eeuw
Bronnen:
* Jan Oldenhuis, Groninger Archieven
* Het Verhaal van Groningen
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten
voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...
geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Hoogeveen, 26 jan. 2010
Verhaal: © Harm Hillinga
|